Cameratoezicht, filmen en fotograferen van mensen
Categorieën
Beveiliging
Privacy
Fotograferen van kunst op openbare plaats Wet Computercriminaliteit: Aftappen van gegevens
Portretrecht in het auteursrecht
Cameratoezicht en filmen van mensen op straat, in winkels en andere openbare locaties gebeurt steeds vaker. Meestal aangekondigd, maar soms ook wel in het geheim. Het kan dan gaan om bewakingscamera’s op straat of in een winkelcentrum. Maar ook om gewoon mensen fotograferen of filmen. Uit hobby, om huis of
tuin te beveiligen, of om de buren in de gaten te houden. Op grond van privacy-overwegingen is wetgeving ingevoerd over cameratoezicht. Deze wetgeving geldt voor bewakingscamera’s en ander al dan niet heimelijk cameratoezicht, maar ook voor iedereen die fotografeert of filmt. In het openbaar of op prive-
locaties. Uit hobbyisme, voor een (amateur- of professionele) film of om een andere reden.
Filmen of fotograferen op een voor het publiek toegankelijke plaats mag, maar de aanwezigheid van camera’s moet duidelijk aangegeven zijn. In besloten ruimtes -waaronder ook op het werkmogen mensen in beginsel niet worden gefilmd. Er moet een zwaarwegend belang zijn. En ook nu moet het expliciet aangekondigd zijn.
Bij publicatie van zo’n film of foto moet rekening worden gehouden met het portretrecht van afgebeelde personen. De politie heeft hier een bijzondere positie.
Inhoudsopgave
Foto en film in de openbare ruimte
Foto en film in besloten omgeving
Camera’s op het werk
Publicatie van opnamen
Gebruik als bewijs
Filmen en cameratoezicht door overheid
Wat is een camera
Meer informatie
Foto en film in de openbare ruimte
Elk opzettelijk filmen of fotograferen van personen met een
aangebrachte camera in de openbare ruimte is verboden, tenzij dit
vooraf duidelijk is aangekondigd (art. 441b Wetboek van
Strafrecht: maximaal twee maanden cel).
Je mag dus wel op straat fotograferen of filmen, maar geen vaste camera ophangen zonder meteen ook een bordje op te hangen dat deze er hangt. Een webcam permanent voor het raam zetten zodat iedereen op straat gefilmd wordt, valt ook onder dit verbod. Als je de camera op voldoende afstand plaatst, zodat mensen niet herkenbaar in beeld kunnen komen, is de webcam wel toegestaan.
Het doel van de camera’s ophangen moet zijn het filmen of fotograferen van personen. Een flitspaal valt hier dus niet onder, deze is alleen bedoeld om auto’s te fotograferen. Een webcam die van grote afstand een deel van een wijk toont, is dus ook gewoon toegestaan. (Geheel los hiervan zijn er regels over het fotograferen van kunst op de openbare weg.)
Voor het publiek toegankelijke plaatsen
Deze regel geldt voor het publiek domein: alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Dat is niet alleen de openbare weg. Ook winkels, horeca, parkeerplaatsen, casino’s en dergelijke vallen hier onder. Dit is weliswaar privé terrein en eigendom van de winkelier of uitbater, maar deze stellen hun terrein open voor het publiek. Of je nu moet betalen of niet, of bijvoorbeeld minstens 18 moet zijn om naar binnen te mogen, is dan verder irrelevant. Zij mogen niet zomaar fotograferen of filmen als zij hun terrein openstellen voor anderen.
Aangebrachte camera
Het wetsartikel gaat specifiek over aangebrachte camera’s. Dit betekent niet alleen maar aan de muur of het plafond vastgeschroefd. Elke vorm van min of meer permanent installeren van een camera betekent dat deze onder de bovengenoemde regel valt. Denk bijvoorbeeld aan het wegwerken van de camera in een
kast, het verstoppen achter een scherm of in een koffer of doos. Zo ongeveer de enige uitzondering is wanneer de fotograaf of cameraman de camera zelf vasthoudt.
Een dashcam valt niet onder ‘aangebracht’. De bedoeling van deze regels is om structureel cameratoezicht aan te pakken, oftewel camera’s die men ergens ophangt of neerzet en die de hele dag die ene plek filmen. En dat doet een dashcam niet. Lees meer over delegaliteit van dashcams.
De camera hoeft niet per se in de plaats in kwestie te hangen. Er buiten mag ook, mits hij dan maar gericht is op die voor het publiek toegankelijke plaats.
Aankondigen dat opnames gemaakt worden
Cameratoezicht en andere vormen van fotograferen of filmen van mensen in het openbaar mag dus alleen als dat aangekondigd is. Heimelijk cameratoezicht, zoals de wet dat noemt, is dus verboden. Een bezoeker of passant moet dus op een of andere manier weten dat hij gefotografeerd of gefilmd kan worden. Vaak
gebeurt dit door een bordje bij de ingang op te hangen. Ook een mededeling op de uitnodiging of het ticket wordt wel gebruikt.
Het hoeft niet per se een schriftelijke aankondiging te zijn.
Sommige winkels hangen bijvoorbeeld een monitor net na de ingang waarop te zien is wat de beveiligingscamera’s filmen. Ook zo kun je mensen informeren dat er camera’s hangen. En als de camera zelf meteen duidelijk zichtbaar is, dan is een apart bordje niet meer nodig.
Wederrechtelijk vastleggen
De wet zegt dat het filmen of fotograferen verboden is als dat wederrechtelijk is. Als de aanwezigheid van camera’s aangekondigd is, is het in principe toegestaan. Maar als de aanwezigheid niet aangekondigd is, kan het soms nog steeds toegestaan zijn. Er moet dan wel een bijzondere, zwaarwegende reden zijn om van zo’n
verborgen cameragebruik te maken.
In bepaalde situaties, bijvoorbeeld pashokjes in winkels of kleedkamers in sportcentra of zwembaden, zal het aangekondigd ophangen van camera’s ook niet zomaar mogen. Het privacy-belang van de aanwezigen weegt hier zwaar. Bovendien zijn andere middelen hier vaak ook wel mogelijk. Een winkel kan bijvoorbeeld
antidiefstalchips aan de kleding bevestigen. Een zwembad kan een beveiliger op de gang bij de kleedhokjes zetten die kan ingrijpen als hij iets verdachts hoort.
Protocol of reglement
Video-opnamen van personen zijn te beschouwen als verwerking van persoonsgegevens. Dit betekent dat bij cameratoezicht waarbij opnames worden gemaakt, een reglement cameratoezicht moet worden gepubliceerd. Dit reglement (ook wel protocol) legt vast waarom men opnames maakt, wie daar toegang toe heeft, hoe men een kopie van de opnames kan krijgen en wanneer deze worden gewist.
Bewaartermijn van camerabeelden
Camerabeelden mogen zo lang worden bewaard als nodig is voor het doel waarvoor ze worden gemaakt. Echter, wanneer de beelden langer dan vier weken worden bewaard, moet het toezicht worden gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens. Deze termijn was overigens vroeger slechts 24 uur, maar de wet is gewijzigd in april 2012.
Let wel: de beelden korter dan vier weken bewaren betekent niet dat het cameratoezicht daarmee automatisch legaal is. Het betekent alléén dat het toezicht niet hoeft te worden gemeld.
Foto en film in besloten omgeving
Elk opzettelijk filmen of fotograferen in woningen of niet- publieke plaatsen is verboden tenzij dit vooraf duidelijk is aangekondigd (art. 139f Wetboek van Strafrecht: maximaal zes maanden cel).
Fotograferen of filmen in je eigen huis of tuin, of op kantoor valt niet onder bovenstaande regeling. Deze ruimten zijn niet “voor het publiek toegankelijk”. Hier gelden strengere regels.
Elk opzettelijk filmen of fotograferen is verboden als je het niet aangekondigd hebt. Het maakt daarbij niet uit of de camera ergens aangebracht is of vastgehouden wordt door de fotograaf of cameraman. Het in je bezit hebben van een foto of film die op die verboden manier is gemaakt, is bovendien ook verboden.
Belangenafweging vereist
Ook nu weer geldt dat het om wederrechtelijk fotograferen moet gaan. Dit geeft aan dat er geen absolute regel geldt: er moet eenbelangenafweging worden gemaakt. Meestal gaat het dan om een afweging van het privacy-belang van de gefilmde persoon versus het belang van de fotograaf of cameraman om toch te filmen.
Daarbij weegt het privacy-belang wel zwaar, omdat het immers gaat om filmen in een besloten omgeving, en dan ook nog eens om filmen met een verborgen camera. Dat is een behoorlijke inbreuk op de privacy.
Het is dus bijvoorbeeld verboden om zomaar de buurvrouw te filmen als zij in haar achtertuin ligt te zonnen. Ook als zij vanaf de straat zichtbaar is. Zij heeft een duidelijk privacy-belang, en er is geen aantoonbaar ander belang dat zwaarder weegt. Een verborgen camera om de babysitter te kunnen controleren zou
toegestaan kunnen zijn als er duidelijke aanwijzingen zijn van mishandeling of verwaarlozing, en er geen andere manier is om aan te tonen of de babysitter hieraan schuldig is.
Het verbod geldt natuurlijk helemaal bij het maken van (semi-) naaktfoto’s of beelden van iemand. Het maken van zulke beelden is echter nog geen ontucht of aanranding, daarvoor is meer nodig dan alleen filmen, zo bepaalde de Hoge Raad.
Onaangekondigd bezoek filmen
Het verbod van filmen in privéruimtes is gebaseerd op het feit dat onaangekondigd filmen een schending van de privacy van de gefilmde personen is. Dat betekent dat wanneer er geen sprake is van een privacyschending, het filmen toegestaan is. Dit is van belang bij inbrekers, dieven en andere personen die zelf wederrechtelijk een lokatie betreden.
Bij de invoering van dit wetsartikel legde de minister uit:
Dit ligt anders wanneer een persoon wederrechtelijk de woning van de rechthebbende betreedt. Deze persoon zal geen aanspraak kunnen maken op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer door de
rechthebbende van de woning die hij wederrechtelijk heeft betreden. Dit heeft tot gevolg dat de rechthebbende, indien deze van de inbreker beelden heeft vervaardigd met een camera waarvan
de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, niet wederrechtelijk handelt. Het gebruik van een verborgen camera om een inbreker of dief te filmen is dus in beginsel toegestaan. Maar dat wil niet zeggen dat je iedereen zomaar mag filmen voor het geval iemand een dief blijkt te zijn.
Vrije nieuwsgaring
Journalisten mogen onder bijzondere omstandigheden een verborgen camera gebruiken. De vrije nieuwsgaring kan een zwaarwegend belang zijn. De algemene regel is dat een journalist zich bekend
moet maken en aan moet geven aan wat voor publicatie hij werkt. Uitzonderingen mogen alleen als er een zwaarwichtige reden van algemeen belang is die de uitzondering rechtvaardigt, zo vindt de Raad voor de Journalistiek. De Raad denkt dan aan situaties waarin “de journalist geen andere middelen ten dienste staan om overeenkomst de taak van de pers in een democratische samenleving, het publiek voor te lichten over ernstige misstanden en of ernstige rechtsschendingen dan wel andere informatie te verstrekken die wezenlijk is voor de publieke meningsvorming over zaken die het algemeen belang direct raken.”
Een amusementsprogramma dat met de verborgen camera werkt, zal hier nooit aan voldoen. Zo’n programma moet dus altijd toestemming vragen aan de gefilmde mensen. Iemands gezicht
onherkenbaar maken is niet altijd voldoende. Vaak zijn mensen immers nog steeds te herkennen omdat ze in een bepaalde omgeving (bijvoorbeeld hun werk) gefilmd worden.
Camera’s op het werk
Ook de werkplek is een besloten omgeving. Werknemers fotograferen of filmen op de werkplek of in een bedrijfsruimte mag dus ook niet zomaar. Ook zij moeten vooraf gewezen zijn op de aanwezigheid van de camera. En ook hier moet de belangenafweging in het voordeel van de werkgever uitvallen.
Cameratoezicht is een verwerking van persoonsgegevens. Net als bij cameratoezicht op de openbare weg moet daarom een rechtvaardiging gevonden worden om dit te mogen doen. En ook nu is een protocol camera’s op het werk verplicht. Dit protocol legt vast wat de werkgever mag doen met camera’s en welke rechten de werknemers hebben.
Verborgen camera op het werk
Een bijzonder geval is een verborgen camera gebruiken op het werk. Meestal gebeurt dit in het kader van een onderzoek naar onregelmatigheden, zoals bijvoorbeeld diefstal uit het magazijn.
Als er duidelijke aanwijzingen zijn van betrokkenheid van bepaalde personeelsleden, mag de werkgever met verborgen camera’s proberen deze betrokkenheid vast te leggen.
Daarbij gelden drie belangrijke beperkingen. Ten eerste mag de werkgever alleen specifiek die werknemers filmen die mogelijk betrokken zijn. Dus niet preventief iedereen. Ten tweede moet de werkgever vooraf hebben gemeld dat er verborgen camera’s gebruikt kunnen worden (maar natuurlijk niet waar die staan). En ten derde moet het middel wel proportioneel zijn. Er moeten geen andere mogelijkheden zijn om de onregelmatigheden aan te pakken.
Alleen betrokkenen vastleggen
De eerste beperking, alleen die mensen filmen die mogelijk betrokken zijn, vereist een afweging tussen de privacy-belangen van de werknemers en de opsporing van de onregelmatigheden. De werkgever moet zijn best doen om alleen die locaties of die werknemers te filmen die relevant zijn. Wordt er bijvoorbeeld
gestolen uit het magazijn, dan mag hij een verborgen camera in het magazijn ophangen. Een camera bij de hoofdingang mag niet om die reden, omdat daarmee veel te veel mensen heimelijk gefilmd worden.
In mei 2005 werd een vervoersbedrijf berispt wegens onrechtmatig heimelijk filmen van haar chauffeurs. Het bedrijf had alle buschauffeurs gefilmd vanwege klachten van een aantal passagiers dat zij na betaling geen kaartjes hadden gekregen. De rechter vond het echter te ver gaan om alle chauffeurs te filmen; de
werkgever had eerst moeten uitzoeken welke buschauffeur(s) waarschijnlijk betrokken waren. Alleen deze hadden dan gefilmd mogen worden.
Informeren van werknemers
Als tweede moet de werkgever dus de werknemers informeren. Dit is iets eenvoudiger. Het is voldoende aan te geven dat er cameratoezicht is. Dat kan al gebeuren met een mededeling van het bedrijf in een algemene nieuwsbrief of een duidelijk zichtbaar bord bij de personeelsingang. Ook met het inlichten van de OR is
aan deze eis voldaan. De OR heeft wel instemmingsrecht over het gebruik van verborgen camera’s.
Een computerbedrijf had verborgen camera’s in het magazijn opgehangen omdat vanaf begin 2005 uit het magazijn op onverklaarbare wijze goederen verdwenen. Het hoofd inkoop werd gefilmd terwijl hij een aantal zaken wegnam. Omdat het bedrijf de OR had ingelicht, en andere maatregelen niet hadden geholpen,
vond de rechter het cameratoezicht toegestaan. Maar de goedkeuring van de Centrale Ondernemingsraad van Schiphol bleek niet genoeg om twee slapende werknemers te mogen ontslaan op
grond van filmopnames. De OR moet echt zijn ingelicht dat er camera’s zijn opgehangen, niet alleen dat dit mogelijk kan gebeuren.
Proportionaliteit
Op grond van de derde eis zal de werkgever moet aantonen dat er geen andere oplossing was dan verborgen camera’s. Voor bijvoorbeeld het voorkomen van diefstal zou een detectiepoortje bij de personeelsuitgang soms ook kunnen werken.
Publicatie van opnamen
Publicatie van een foto of filmopname waar iemand herkenbaar opstaat, kan een schending van het portretrecht zijn. De geportretteerde moet een redelijk belang kunnen laten zien (zoals privacy) op grond waarvan het werk niet gepubliceerd mag worden.
Als een opname of foto rechtmatig gemaakt is , wil dat nog niet zeggen dat deze ook mag worden gepubliceerd. Een dergelijke opname is namelijk een portret van de personen die erop staan, en
dus geldt daarvoor het portretrecht. De auteurswet beschouwt zo’n afbeelding als een “portret anders dan in opdracht”. Deze mag alleen worden gepubliceerd als daarmee geen redelijk belang van de geportretteerde in gevaar komt. Meestal zal het dan gaan om een privacy-belang.
Bij een feest of andere activiteit waarbij je moet betalen om naar binnen te mogen, kan de organisatie regels stellen. Een van die regels kan zijn dat je moet instemmen met publicatie van foto’s of films waar je herkenbaar op staat. Je kunt je dan meestal niet meer beroepen op je portretrecht, behalve in uitzonderlijke gevallen. Foto’s van iemand die bijvoorbeeld op een feest in zwaar dronken toestand geheel naakt gaat dansen, mogen nog steeds niet zomaar worden gepubliceerd.
Portretrecht voor de politie is een bijzonder geval. In een rechtszaak over foto’s van flitsende agenten werd dit als volgt toegelicht:
Niet alleen kan [appellant] in het kader van het kritisch volgen van het handelen van overheidsinstanties een (journalistiek) belang hebben bij de mogelijkheid op genoemde internetsite verslag te doen van de wijze waarop deze instanties een geval als het onderhavige behandelen. In hoeverre de foto.s aan dat verslag
kunnen bijdragen, is een journalistieke beslissing waarin de rechter in beginsel niet dient te treden.
Eerder verklaarde ook de minister dat er niets principieel verkeerd is met het fotograferen of filmen van agenten. In bijzondere situaties (zoals arrestatieteams in actie) zou een filmverbod wellicht passend kunnen zijn.
Het wissen van camerabeelden mag al helemaal niet, zo bepaalde de rechtbank.
Gebruik als bewijs
Door burgers of bedrijven gemaakte opnamen of films mogen worden afgegeven aan de politie als er strafbare feiten op staan. Een werknemer die gefilmd is bij het plegen van diefstal op het werk, kan zo strafrechtelijk vervolgd worden.
Dit geldt zelfs als de opnamen illegaal gemaakt zijn Zo vond de Hoge Raad in 2003 dat illegale opnamen gemaakt door een detective-bureau als bewijs konden dienen in een strafzaak. Bewijs wordt niet “onrechtmatig verkregen” (en dus onbruikbaar voor het openbaar ministerie) omdat een burger de wet schond bij het verzamelen. Dit zou pas anders worden als politie of andere opsporingsambtenaren betrokken of op de hoogte zouden zijn van het illegale filmen.
Een vergelijkbare opvatting had de HR in een ontslagzaak wegens verduistering van geld uit de kassa. Weliswaar was de opname een inbreuk op de privacy van de verdachte, maar deze was gerechtvaardigd vanwege het vermoeden van diefstal. Bovendien vond de HR “dat, ook indien [verweerster] aldus een inbreuk op het privéleven van [eiseres] zou hebben gemaakt, dit nog niet betekent dat dit bewijsmateriaal in een procedure als de onderhavige niet mag worden gebruikt.”
Dat wil overigens niet zeggen dat een burger vrijuit gaat als hij illegale opnamen maakt om een strafbaar feit te kunnen bewijzen. De opnamen kunnen dan wel bruikbaar zijn als bewijs, maar de cameraman kan nog steeds een boete of mogelijk zelfs gevangenisstraf verwachten.
Bij cameratoezicht door de overheid (zie hieronder) kan dat anders liggen. De politie is aan strengere regels gebonden voor wanneer cameratoezicht mag worden toegepast. Als die regels geschonden worden, kan het bewijs voor het Openbaar Ministerie onbruikbaar zijn. In dit arrest werd echter “de enkele omstandigheid dat hier sprake zou zijn van een op een ontoereikende wettelijke basis steunend (permanent) cameratoezicht” niet genoeg geacht om de beelden als “onrechtmatig verkregen bewijs” te verklaren.
Filmen en cameratoezicht door overheid
Politie en opsporingsdiensten
De politie mag mensen heimelijk filmen of fotograferen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Zij hebben hiervoor goedkeuring nodig van de officier van justitie (art. 126g lid 3 Wetboek van Strafvordering). Ook de AIVD en andere geheime diensten mogen mensen heimelijk filmen.
Gemeenten
Een gemeente mag cameratoezicht gebruiken als dat noodzakelijk is om de openbare orde te handhaven (artikel 151c Gemeentewet). Deze vorm van cameratoezicht mag alleen op “plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn” plaatsvinden. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid heeft een Handreiking cameratoezicht voor gemeenten beschikbaar.
Een regeling voor cameratoezicht door een gemeente hoort de gemeente in haar Algemene Plaatselijke verordening (APV) te regelen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft een model-APV opgesteld.
Wat is een camera
Hierboven werd steeds gesproken van “camera”, “filmen” of “fotograferen”. De wet hanteert een zeer brede definitie. De regels gelden voor alle technische hulpmiddelen om een afbeelding te vervaardigen. Daaronder vallen alle soorten foto-, film- en videocamera’s, inclusief webcams, camera’s in mobiele telefoons en bewakingscamera’s. Het maakt niet uit of de afbeelding analoog of digitaal wordt opgeslagen en of deze na een bepaalde tijd weer wordt gewist. De afbeelding hoeft zelfs niet eens te worden opgeslagen: het ‘live’ filmen en doorgeven op Internet valt hier ook onder.
Meer informatie
Deze regels gelden sinds 2004 en zijn afkomstig uit de Wet Heimelijk Cameratoezicht en de Wet Cameratoezicht. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) dossier cameratoezicht met
meer informatie over cameratoezicht op openbare plaatsen, op de werkplek, in en rond winkels en in en rond woningen. Met name het stuk Camera’s in het publieke domein (PDF, 1.2MB) biedt veel informatie over het wettelijke kader.
Gerelateerde artikelen
REFERENTIE ONTBREEKT ()
REFERENTIE ONTBREEKT ()
Gespecialiseerd advies nodig?
Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of zit u met een juridisch probleem waar u advies over wilt? Neem dan contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, auteur van dit artikel.
© Arnoud Engelfriet. Dit werk mag vrij worden verspreid en gepubliceerd zoals bepaald in de licentievoorwaarden. Laatste wijziging: 6 november 2018